De ‘zwarte’ werkster is niet van gisteren. Ze is er al tijden en dat is niet
best. Doordat ze zwart werkt is ze namelijk niet verzekerd tegen ziekte of
ongevallen. Dat is vervelend, want wat als ze van de trap valt?

Een voordeel van een zwarte werkster is echter dat ze flink goedkoper
is dan een witte. Zo veel zelfs dat schoonmaakbureaus zich amper op het
schoonmaken bij particulieren richten. Tegen tien euro per uur, kunnen ze
simpelweg niet op. En tja, wat kies jij als je de keuze hebt tussen een
zwarte werkster van tien euro per uur en een witte van tussen de twintig en
vijfentwintig euro per uur?

Om hier wat aan te doen werd tien jaar geleden de zogenoemde witte werkster
regeling in het leven geroepen. Deze regeling stelde bijstandsgerechtigden
in staat op een legale manier aan de slag te gaan als schoonmaakster.
Doordat er overheidssubsidie op hun diensten zat, waren ze maar een klein
beetje duurder dan de gemiddelde zwarte werkster. De regeling is echter
nooit goed van de grond gekomen en daarom maar weer afgeschaft.

Hiervoor in de plaats kwam vorig jaar de regeling Dienstverlening aan
huis. Volgens deze regeling mag je voor maximaal drie dagen in de week een
hulp in dienst nemen zonder loonbelasting of sociale premies af te dragen.
Als opdrachtgever hoef je ook helemaal niet op te geven dat je iemand in
dienst hebt. Dat moet de hulp doen. Maar ja, de praktijk leert dat de meeste
werksters dat niet doen.

De meeste opdrachtgevers weten dat natuurlijk best, maar doen hier niks aan.
De verantwoordelijkheid ligt immers bij de hulp. Geeft die zijn inkomsten
niet op, dan is dit moeilijk op te sporen, want waar moet je beginnen met
zoeken? Een vreemde regeling dus, die zwart werk in de hand werkt.

Het rare is dat het kabinet tot deze regeling kwam nadat het advies had
gevraagd aan de Raad voor Werk en Inkomen (RWI), een adviesorgaan waarin
werkgevers, werknemers en gemeenten vertegenwoordigd zijn. De RWI adviseerde
aan de ene kant de diensten van schoonmaakbureaus goedkoper te maken, door
een via deze weg ingehuurde werkster fiscaal aftrekbaar te maken. Tegelijk
zou het kabinet de zwarte werkster moeten legaliseren, door mensen die
direct een werkster in dienst nemen over de eerste vijfhonderd euro per
maand die ze haar betalen geen loonbelasting en sociale premies te laten
betalen.

Dit tweede spoor lijkt op de regeling die het kabinet heeft ingevoerd. Toch
verschilt het wezenlijk. Het RWI wilde het niet aan de werkster over laten
of zij zich wel of niet bij de Belastingdienst meldt, maar de opdrachtgever
jaarlijks laten opgeven hoeveel hij zijn werkster betaald had en hierbij ook
haar sofi-nummer te laten vermelden. Dit maakt controle veel eenvoudiger.

Het fiscaal aftrekbaar maken van werksters kost natuurlijk geld, maar
het levert ook veel op als veel werksters die nu zwart werken in dienst
treden bij een bedrijf en dus belasting gaan betalen.

De RWI verwacht dat het voorgestelde plan de schatkist jaarlijks geld zal
opleveren. Toch besloot het kabinet anders.

Van Hijum stelt nu voor de btw op werksters af te schaffen. Deze is nu
19 procent. Dit plan maakt een werkster van een schoonmaakbureau goedkoper.
Alleen nog niet goedkoop genoeg om te concurreren met de zwarte werksters en
het dus voor bureaus aantrekkelijk te maken de particuliere markt op te
gaan.

Om dat voor elkaar te krijgen zou een werkster van een bureau dus ook fiscaal
aftrekbaar moeten worden, wat het RWI voorstelde. Haar alleen aftrekbaar
maken en de btw in stand houden, is overigens evenmin genoeg. Volgens het
RWI kost een werkster dan nog altijd zo'n 12 euro per uur. Het moet dus
allebei.

Van Hijum probeert met zijn voorstel dus iets te doen om werksters in
dienst van schoonmaakbedrijven aantrekkelijker te maken. Heel mooi, maar er
moet meer gebeuren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl